Op naar het onderwaterterras
– Blog – Ik woon al jaren niet meer bij mijn moeder, maar sinds een week of wat hoor ik haar stem weer geregeld in mijn hoofd. ‘Deur dicht!’, roept ze dan. ‘We stoken hier niet voor het heelal!’
Dat komt, ik woon in Amsterdam, en dat is zoals bekend de stad waar mensen vanuit heel de wereld heen trekken om te snuiven, zuipen en spuiten. Maar ook om ouderwets te roken. En omdat dat roken buiten moet, miegelt de stad sinds een paar weken weer van de verwarmde terrassen. Niet alleen de binnenstad, waar hele stoepen en pleinen inmiddels semi-permanent overdekt zijn door massieve vierkante parasols met een warmtelamp eronder. Ook in doodgewone woonwijken als oud-West gloeien de broedbakken je tegenwoordig al van verre tegemoet. Zelfs als er helemaal geen roker onder zit. Want er zou er zomaar eentje langs kunnen komen, en als horeca-ondernemer wil je natuurlijk geen klant aan de buurman verliezen.
Nou wil ik geen oordeel uitspreken over roken, ik heb vrienden die het doen en dat zijn beste mensen. Maar dat stoken voor het heelal, dat stoort me enorm. Zeker sinds we van alle kanten met de boodschap worden bestookt dat we onze gasfornuizen moeten inruilen voor een inductiekookplaat, en onze cv-ketels voor de high-tech-combi van warmtepomp en vloerverwarming, omdat we anders op korte termijn door de zee zullen worden verzwolgen. Ja, dat is duur, maar hee, weet je wat? We kunnen nú op gunstige voorwaarden een extra hypotheek afsluiten!
Ik vind dat vreemd tegenstrijdig, dus ik sloeg eens aan het googlen. En ontdekte dat mijn stad de afgelopen jaren al diverse serieuze pogingen heeft ondernomen om terrasverwarming te verbieden. Tot nu toe is dat echter niet gelukt, en vooral de VVD was daar steeds héél blij mee. Want al die buitenverwarming blijkt – houd je vast – ‘bij te dragen aan het ondernemerschap’; de omzetten stijgen erdoor. Anders gezegd: zolang de horeca eraan verdient, vindt de VVD het helemaal oké om de zeespiegel nog een lekker zetje te geven.
Noem me een samenzweringsdenker, maar ik krijg dan toch wilde fantasieën over de milieuliefde van Eric Green Deal Wiebes. Die is helemaal niet authentiek, die is hem lieflijk ingefluisterd. Tijdens diep geheime ontmoetingen met hypotheekhyena’s en de installatiebranche. In Ruttes Torentje, natuurlijk. Of wacht even, nee – niet in het Torentje, maar op een verwarmd terras aan het Plein.
Nu vraag ik me alleen nog af of ze er ook zo’n old-boys-sigaar bij opgestoken hebben.
Anne Pek