De bittere nasmaak van Heineken in Zuid-Afrika
– Internationaal – Heineken buit uitzendkrachten uit in Zuid-Afrika. Ze moeten lang werken tegen een hongerloon en krijgen ook na maanden geen vast contract. Alternatieve vakbonden proberen voor de rechten van de arbeiders op te komen, beschrijft Femke Brandt die ter plekke ging kijken.
Ten zuiden van Johannesburg op een stoffige vlakte staan een brouwerij en pakhuizen van Heineken Zuid-Afrika. Vorige week ging ik mee naar de Sedibeng brouwerij met de Casual Workers Advise Office (CWAO), een lokale non-profit organisatie die kwetsbare arbeiders ondersteunt. Meme heeft afgesproken met een groep uitzendkrachten die de onacceptabele arbeidsomstandigheden bij Heineken zat zijn en bij CWAO om advies hebben gevraagd. De uitzendkrachten worden al jaren heen en weer gecontracteerd tussen verschillende labour brokers, een soort uitzendbureaus, die ze slecht behandelen en hongerlonen betalen. Heineken profiteert door geen verplichtingen als werkgever aan te gaan met de honderden Zuid-Afrikanen die flesjes sorteren, kratten opstapelen en productie- en distributie processen draaiende houden.
De uitzendkrachten willen een vaste aanstelling bij Heineken en gelijke behandeling. Volgens de wet (section 198 of the Labour Relations Act) moeten labour broker workers na drie maanden in dienst genomen worden bij het klant bedrijf van de labour broker, in dit geval Heineken. Nu krijgen de uitzendkrachten gemiddeld 30 rand per uur betaald, dat is nog geen 2 euro. Werkers die stukloon ontvangen gaan soms met minder dan 2 euro naar huis na een 12-urige werkdag, of nacht. Uitzendkrachten krijgen geen ziektekostenverzekering, reiskostenvergoeding of pensioen. Daarnaast zijn er de typische pesterijen en spanningsvelden die voortkomen uit grote verdeeldheid en machtsverschillen op de werkvloer. Supervisors zwaaien dreigend met gele en rode kaarten naar werkers die uit de pas lopen, voor wat voor reden dan ook. De verhalen van de uitzendkrachten geven een beeld van de verhoudingen bij Heineken. Nonhlanhla (niet haar echte naam) noemt de managers “duikboten”; boven water doen ze alsof alles ok is en onder water haten ze de werkers. Ze stelt dat: “Heineken ziet zijn eigen werknemers als ‘higher grade’ en wij zijn de ‘lower grade’”.
Bang om te praten
We rijden een behoorlijke afstand over een geasfalteerde weg op het gigantische bedrijfsterrein van Sedibeng Breweries. Om ons heen zien we duizenden groene kratten opgestapeld achter hekken. We passeren een beveiligingspunt en parkeren voor de Heineken receptie waar we wachten op de uitzendkrachten die om elf uur lunchpauze hebben. Een van de werkers komt ons tegemoet gelopen. Hij heeft een blauw uniform aan waar op de borst groot de naam van de labour broker op staat geprint. Hij draagt een blauwe veiligheidshelm en spreekt ons aan. Hij vertelt dat de labour broker de werkers een nieuw contract heeft aangeboden en nu vrezen ze om deze aanstelling te verliezen wanneer ze in open vizier met ons spreken. Ze zijn te bang om naar buiten te komen. Een jongeman die net klaar is met zijn dienst en op weg is naar huis spreekt met een van ons over de arbeidsomstandigheden. Of liever gezegd hij fluistert en kijkt constant schichtig om zich heen. Tegelijkertijd begint het te waaien zoals op een typische winterdag in augustus. Onze ogen prikkelen van het opstuifende stof en zand om ons heen. Mijn neus vangt vleugen op van iets dan me doet denken aan de geur van een gistend brood, een overwelmende zurig lucht.
Hoge werkloosheid
Door de wisselingen van labour brokers zijn de uitzendkrachten constant in het ongewis over hun toekomst. De lange en onregelmatige diensten maken organiseren en mobiliseren ingewikkeld. Er is angst, verdeeldheid en permanente onzekerheid. De vakbond is ver te zoeken ook al dragen de uitzendkrachten maandelijks loon af voor lidmaatschap. Bovendien ligt de brouwerij in een afgelegen gebied wat betekent dat arbeiders veel kosten maken om er te komen. Deze kosten bestaan niet alleen uit een relatief groot deel van het loon. Het kost ook veel tijd om met de trein of verschillende taxibusjes naar de brouwerij af te reizen. En bovendien is het is ronduit gevaarlijk, vooral op ongewone tijden en in het donker. De erfenis van de apartheid komt tot uitdrukking in de ruimtelijke indeling die in zijn logica weinig is verandert sinds 1994. Naast welvaart is ook tijd en tijdsbesteding extreem ongelijk verdeeld onder de bevolking. 12-urige diensten en 3 uur reistijd laten slechts 9 uur over in een dag. Wat voor leven kun je dan nog hebben? Geen wonder dat werkers zoals Nonhlanhla besluiten hun ervaringen en woede te delen op het kantoor van CWAO: “dit moet openbaar worden gemaakt, we willen de aandacht van de media”.
De angst bij de arbeiders is begrijpelijk in een land waar de werkloosheid ongelofelijk hoog is en meer dan de helft van de bevolking inmiddels onder de armoedegrens leeft. Er staat veel op het spel om een internationaal bedrijf als Heineken, met een gigantische PR machine, tot de orde te roepen. Wat niet begrijpelijk is, zijn de praktijken in de Heineken brouwerij in Zuid-Afrika. Vooral wanneer ze beweren een bijdrage te leveren aan de Zuid Afrikaanse economie en de levensstandaard van de werkers in de brouwerij (zie: http://www.theheinekencompany.com/sustainability/governance/our-policies). Waarom bieden ze dan niet alle werknemers die bijdragen aan het productieproces een dienstverband aan met behoorlijke arbeidsvoorwaarden? Het bezoek aan de Sedibeng brouwerij heeft een hele bittere smaak nagelaten.
Femke Brandt
Ps. Facebook: steun de strijd van de Heineken uitzendkrachten op de pagina van de Casual Workers Advise Office.