Basisinkomen maakt leven leuker

image_pdfimage_print

Dirk de Hoog

De eer om het basisinkomen weer vol op in de schijnwerpers te zetten in Nederland komt zonder meer Correspondentjournalist Rutger Bregman toe. Met zijn essay Gratis geld voor iedereen, dat in september 2014 verscheen, wist hij serieuze aandacht voor het onderwerp te krijgen. Jarenlang was het idee afgedaan als een geitenwollensokkenidee, waar alleen zonderlingen zich mee bezig hielden, zoals de Vereniging Basisinkomen http://basisinkomen.nl/wp. Nu haalde het landelijke media, zoals http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2014-2015/gratis-geld.html en het Belgische televisieprogramma Panorama http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/panorama/2.36855.

Het idee is overigens al honderden jaren oud. Thomas More bepleitte het al in 1516 in zijn Utopia.

Het idee is eenvoudig. Iedere burger krijgt een vast bedrag per maand van de staat. Wat hij of zij met dat geld doet is volledig vrij. Extra werken of juist luilekkeren is een eigen keuze.

Belangrijke discussie is hoe hoog zo’n basisinkomen moet zijn en voor wie het moet gelden. Bijvoorbeeld ook voor alle kinderen, of pas vanaf 18 jaar. De belangrijkste tegenargumenten zijn dat het onbetaalbaar is en mensen lui maakt.

Op verschillende plaatsen in de wereld zijn experimenten met een basisinkomen gehouden. Bregman beschrijft er een aantal in zijn essay. Hij noemt de conclusies van onderzoekers van de Universiteit van Manchester. Die evalueerden zogeheten Money to the poor programma’s. Dat is een ontwikkelingsconcept waarbij arme mensen in ontwikkelingslanden direct geld krijgen in plaats van dat allerlei organisaties hulpprogramma’s opzetten. Dit wordt onder meer gedaan door de club Give Directly. De onderzoekers concluderen:

Huishoudens maken goed gebruik van het geld

De armoede neemt af

Er zijn veel langetermijnvoordelen qua inkomen, gezondheid en belastingopbrengsten

Er wordt niet minder door gewerkt. Veel mensen met een basisinkomen beginnen bijvoorbeeld een eigen bedrijf. Alleen sommige vrouwen met jonge kinderen gaan tijdelijk minder buitenshuis werken. Jongeren volgen gemiddeld langer onderwijs.

De programma’s zijn goedkoper dan de alternatieven

Dit zijn weliswaar resultaten voor projecten in ontwikkelingslanden, maar ook in westerse landen, zoals Canada en Engeland zijn experimenten gedaan, met vergelijkbare resultaten.

Bregman schrijft: “Een van de charmes van het basisinkomen is dat het de armen, die nu vaak beter af zijn met een uitkering, stimuleert een betaalde baan te zoeken. Zij kunnen er alleen maar op vooruitgaan; het basisinkomen is onvoorwaardelijk.’’

Hij rekent voor dat als alle Nederlanders inclusief kinderen, een basisinkomen van 960 euro per maand zouden krijgen dit 194 miljard euro kost, ongeveer 30 procent van het bruto binnenlands product.

“Dat is een astronomisch bedrag,” geeft hij toe, “maar bedenk dat de overheidsbegroting nu al meer dan de helft van het bruto binnenlands product beslaat. Het weerhoudt Nederland er niet van een van de rijkste en meest concurrerende landen ter wereld te zijn.”

Ook Volkskrant economisch columnist Peter de Waard ziet een basisinkomen zitten. “Het minste bezwaar is de betaalbaarheid,” schrijft hij in de Volkskrant van 2 augustus 2014. “Indien iedere Nederlander een basisinkomen van gemiddeld 10 duizend euro per jaar zou worden gegarandeerd, kost dat de schatkist 170 miljard euro. Dat is nog niet de helft van de rijksbegroting die vooral bestaat uit inkomensoverdrachten.”

Een groot deel van het geld voor een basisinkomen kun je volgens hem trouwens terugverdienen door besparingen op andere overheidsuitgaven. “Het basisinkomen maakt de kinderbijslag overbodig, de AOW, de WW, de bijstand, de zorgtoeslag, de studiebeurs, de kunstsubsidie, de huursubsidie en de ziektewet. Ook zouden vele aftrekposten voor de belastingen kunnen worden geschrapt, omdat ook werkenden een basisinkomen krijgen. Dit betekent tevens het einde van een peperduur uitvoeringsapparaat.” Zijn conclusie: “De invoering van een basisinkomen vereist vooral een cultuuromslag.’’ De Waard pleit gelijk maar voor invoering van een universal basis income.

De huidige belangstelling voor het basisinkomen komt vooral door de vrees dat er in de toekomst steeds minder banen komen, mede door de robotisering van de samenleving. Denk aan de uitspraken van minister Asscher. Dat was ook de reden voor het congres van D66 in november 2014 om te pleiten voor een onderzoek naar de voor- en nadelen van een basisinkomen.

Het basisinkomen kan inderdaad worden gezien als een goed alternatief voor de bestaande sociale zekerheid. Ten slotte is niet alleen inkomen, maar ook werk, ongelijk verdeeld in de samenleving. In Nederland bevinden zich rond een miljoen mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt vanwege lichamelijke of psychische problemen, nog eens aan half miljoen mensen zit in de bijstand en er zijn ook een miljoen zzp’ ers waarvan velen het hoofd met moeite boven water kunnen houden. Voor hen zou een basisinkomen meer bestaanszekerheid geven en een garantie bieden tegen (tijdelijke) armoede. Bovendien geeft het mensen meer ruimte. Nu mogen bijvoorbeeld mensen met een bijstandsuitkering er nagenoeg niets naast doen, behalve dan verplichte reïntegratietrajecten. Met een basisinkomen wordt iemand er juist beter van een dag in de week de post rond te brengen of vakken te vullen in de supermarkt. Nu leven in Nederland een miljoen mensen onder de armoedegrens. En zelfs ruim elf procent van de kinderen groeit (tijdelijk) in armoede op.

Ik ben vooral uit positieve overwegingen voor een basisinkomen, niet uit defensieve. Het maakt het leven voor veel mensen namelijk een stuk leuker en interessanter omdat er meer ruimte is voor een eigen verdeling van betaalde arbeid, zorg en andere dingen die je graag doet. Neem kunstenaars. Die kunnen meestal nauwelijks van hun werk leven. De ‘keuze’ te moeten stoppen met je passie om te gaan werken voor een inkomen is natuurlijk een hele moeilijke.

Een ander voordeel van een basisinkomen is dat ook de studiefinanciering in één klap is geregeld. Studenten krijgen natuurlijk eveneens een basisinkomen. Hetzelfde geld voor de kosten van vergrijzing. Het basisinkomen vervangt de AOW.

Het geeft mensen gelegenheid minder te werken als ze dat willen. Nu is de werkstress en burn-out heel groot. Veel sociaal psychische problemen zijn verbonden met werkdruk, prestatiemaatschappij en ratrace. Onlangs becijferde de OESE dat de Nederlandse economie 20 miljard euro per jaar schade lijdt door psychische problemen van werknemers. Een beetje relaxter met zijn allen kan dus geen kwaad.

Doen dus, dat gratis geld voor iedereen. En als het kan dan maar gelijk voor heel Europa. Dat zou een mooi uitgangspunt zijn voor een progressieve Europese beweging.

Voor dat idee pleitte onder meer de econoom Philippe van Parijs al in 2013 in de Groene Amsterdammer. “Europa moet proberen zich als beschermer aan de mensen te tonen. Daarom noem ik dat basisinkomen liever eurodividend. Het is het aandeel in de winst die de Europese eenwording heeft gebracht, dankzij de afschaffing van binnengrenzen, de vrede die we aan de EU danken, het verminderde wantrouwen tussen Europese volkeren. Het basisinkomen kan in letterlijke zin voor iedereen de winst van Europa zichtbaar maken.”

Over de betaalbaarheid maakt hij zich geen zorgen. “Het is natuurlijk niet in orde dat de helft van de mondiale welvaart in handen is van acht procent van de mensen.’’

Als we dan toch aan het dromen zijn. Wat zou het betekenen als bijvoorbeeld alle inwoners van Afrika een basisinkomen van honderd dollar per maand zouden krijgen?

Trouwens. In Zwitserland moet het parlement in 2016 een besluit nemen om wel of niet een basisinkomen van 2000 euro per maand in te voeren. Er zijn namelijk genoeg handtekeningen opgehaald onder een petitie om het parlement tot een discussie erover te dwingen.

Rutger Bregman. Gratis geld voor iedereen. En nog vijf grote ideeën die de wereld kunnen veranderen.

Uitgeverij de Correspondent. 255 blz 18 euro