Sexting: tijd voor diversificatie van verhalen
Uncategorized
– Willemijn Krebbekx –
Nienke voert op haar kamer via de computer een videogesprek met een jongen. Ze kleedt zich (deels) uit voor de webcam, en de jongen reageert: ‘je zou model kunnen worden’. Hij maakt foto’s. Wanneer Nienke de volgende dag op school komt blijkt dat iedereen in haar klas deze foto’s heeft gezien. Ze wordt uitgelachen en gaat huilend naar huis.
Het verhaal van Nienke is geënsceneerd: ‘Nienke ’ is een voorlichtingsfilm voor middelbare scholieren die de gemeente Amsterdam gebruikt ter preventie van sexting. Het staat model voor een verontrustend verhaal zoals er velen circuleren, online, in kranten, via nieuwsprogramma’s. Er zijn tv-programma’s over sexting gemaakt door speurneuzen Peter R de Vries en Alberto Stegeman, Kamervragen gesteld door de ChristenUnie, en ook heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zich over het onderwerp gebogen.
Manon
De term sexting, een neologisme van de Engelse woorden ‘sex’ en ‘texting’, werd in 2009 opgenomen in de Van Dale met de beschrijving ‘Het versturen van seksueel getinte boodschappen en foto’s via sms’. De term is inmiddels stevig ingeburgerd in ons gemeenschappelijk vocabulaire. Ook de wetenschap toont interesse in het fenomeen. De eerste wetenschappelijke publicaties verschenen rond 2005, en een recente zoekopdracht in Google scholar leverde 7570 resultaten op. In de huidige wetenschappelijke discussie over sexting zijn twee trends zichtbaar: sexting wordt ofwel voorgesteld als reëel gevaar voor de jeugd, vooral voor meiden, of het wordt afgedaan als morele paniek. De eerste positie leidt tot een krampachtige poging om potentiële/vermeende slachtoffers te beschermen en tot inspanningen ter preventie van sexting (de film ‘Nienke ’ is hiervan een voorbeeld). De tweede trend, waarin sexting als morele paniek wordt gezien, leidt tot het negeren van mogelijke problemen.
Wat deze studies gemeen hebben is dat ze sexting voorstellen als eenduidig fenomeen. Op basis van veel wetenschappelijk onderzoek en van mediaverhalen, lijkt sexting als volgt te kunnen worden samengevat: een onzekere meid wordt door een jongen gevraagd een naaktfoto van zichzelf te sturen. Zij voelt zich gevleid door deze vraag en stuurt een foto. De jongen wil stoer zijn bij vrienden en verspreidt de foto. Dit lijkt de enige vorm te zijn van sexting – een vorm waarin aloude ideeën over de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke seksualiteit worden herhaald. In dit scenario zijn meiden op liefde gericht, reactief, waar jongens seksgericht en actief zijn. Ook ideeën over jongeren als ‘vatbaar’ voor groepsdruk spelen hierin sterk. Zo begrepen, is het aan volwassenen om meiden te beschermen, hen ‘weerbaar’ te maken, sexting te voorkomen. Andere manieren om sexting te begrijpen sluit men bij voorbaat uit. Wat er in de praktijk gebeurt, zo blijkt uit mijn etnografisch onderzoek op Nederlandse middelbare scholen, kan in deze theorieën echter niet worden gevat. Eén van de ochtenden waarop ik een tweede klas observeerde, bleek er een naaktfoto van een leerlinge, Manon, ‘rond te gaan’. Manons vriendinnen negeerden haar en in de klas werden gemene grappen gemaakt. Ik dacht meteen te begrijpen wat er aan de hand was. Ik vermoedde, en met mij docenten en klasgenoten, dat Manon zich uit verliefdheid had laten overhalen een naaktfoto te sturen aan een jongen. Dat deze jongen de foto vervolgens deelde met zijn vrienden om op te scheppen en zo zijn mannelijkheid een boost te geven – zoals ook in de film Nienke aan de hand lijkt. Maar deze interpretatie begon al snel te wringen, zowel door mijn eigen observaties als door de verhalen van Manon en haar vriendinnen. Toen Manon de ruimte kreeg haar verhaal te vertellen, bleek dat de jongen haar naaktfoto aan zijn beste vriendin had doorgestuurd. Deze beste vriendin stuurde de foto vervolgens aan haar gehele contactenlijst. Het was dus geen jongen die aanvankelijk het vertrouwen van Manon schaadde, maar een meisje dat verantwoordelijk was voor het wijd verspreiden van de foto: anders dan het gangbare idee van stoere jongen die wil opscheppen. Ook bleek Manon niet te reageren als een bang en verdrietig meisje, zij reageerde juist boos en wilde de verspreidster fysiek te lijf gaan. Maar voor haar woede was geen plaats; deze werd juist door docenten en klasgenoten gezien als teken dat Manon ‘echt het verkeerde pad op ging’. De boosheid zouden we ook kunnen interpreteren als het innemen van een actieve positie. Manons reactie staat haaks op het sexting-scenario waarin men meiden uitsluitend als slachtoffer voorstelt. Ook het feit dat het ongevraagd verspreiden van foto’s niet enkel ten deel valt aan jongens, komt niet vaak ter sprake in (wetenschappelijke) debatten over sexting. Deze observatie vertroebelt de scheiding tussen ‘slachtoffer’ en ‘dader’. Hoewel Manon niet verantwoordelijk was voor de verspreiding van de foto, zij had het slechts voor één paar ogen had bedoeld, werd er negatief gereageerd op haar actie. Haar vriendinnen vonden het ‘dom’ dat zij een naaktfoto had gemaakt en aan een jongen gestuurd. Jongens, zoveel was voor hen op 14-jarige leeftijd al duidelijk, zijn nu eenmaal niet te vertrouwen als het om seks gaat. Toch, vertelden zij mij, lieten ze Manon niet in de steek vanwege de naaktfoto. Wat zij vooral afkeurden was dat Manon al een tijdje omging met jongens van een andere school, en dat zij hun waarschuwingen over dat deze jongens ‘fout’ zouden zijn in de wind had geslagen. Deze voorgeschiedenis is belangrijk om te begrijpen dat sexting niet geïsoleerd moet worden. In plaats daarvan dient het begrepen te worden in de context van middelbare school vriendschappen waarin seksualiteit een belangrijke rol speelt in het maken en verbreken van vriendschappen en dus een sociale functie heeft.
Geen eenrichtingsverkeer
Ondanks de reacties van haar omgeving blijkt Manon het voorval enkele maanden later al wat vergeten. Tijdens een interview reageerde ze enigszins verbaasd op mijn vragen over de foto die rond was gegaan: ‘wat grappig dat je daar over begint, het is al zo lang geleden’. Ze vertelde dat ze ongeveer een week ‘last had gehad van die foto’ en dat de opmerkingen daarna waren opgehouden, de ruzies bijgelegd. Zelf had Manon ook een aantal naaktfoto’s van jongens op haar telefoon staan, vertrouwde ze me toe, alleen die stuurde ze nooit door, omdat ze dat zielig vond voor hen. Oftewel, sexting is geen eenrichtingsverkeer: ook meiden vragen en krijgen naaktfoto’s toegestuurd van jongens. Maar hier is minder aandacht voor in het wetenschappelijke en publieke debat, het verhaal van het meisje als slachtoffer krijgt eist de hoofdrol op. Het valt te betwijfelen of het verspreiden van een naaktfoto van een jongen Manon uit de brand had geholpen. Waarschijnlijk had het haar nog verder gemarkeerd als ‘fout’ of ‘slet’.
Ik heb hier vier aspecten van de casus van Manon aangestipt: namelijk de voorgeschiedenis van vriendschappen met jongens van een andere school, de manier waarop de foto wijd verspreid werd, de boosheid van Manon, en ten slotte het sturen van naaktfoto’s door jongens. Deze aspecten vertroebelen de tweedeling in debatten die sexting zien als gevaar of als paniek. De casus laat zien dat het verhaal ‘er was eens een meisje dat een naaktfoto stuurde naar een jongen’ verschillend kan verlopen. Naast het feit dat de aard van sexting anders is dan we denken, komt het ook minder vaak voor dan vaak gedacht. Recente cijfers laten zien dat tussen de 1 en 2% van de jongeren aangeeft dat er seksueel beeldmateriaal van hen is gemaakt. Het merendeel van de jongeren geeft aan met plezier terug te kijken op het sturen van naaktfoto’s via social media ). Dat wil niet zeggen dat het niet op bepaalde manieren fout kán gaan, maar dat dit slechts één scenario van het fenomeen sexting is. Na deze relativerende cijfers is er behoefte aan een diversifiëring van verhalen die het publieke debat kunnen verdiepen.
Sexting kan naast veel plezier opleveren, ook resulteren in moeilijke situaties voor jongens en meiden. Dat moet niet ontkend worden, maar bevraagd: wanneer vormt sexting precies een probleem? Wat is er problematisch aan? Voor wie? Naast het stellen van deze vragen is het belangrijk te analyseren wat de manieren zijn waarop seksualiteit voor jongeren van belang is voor de articulatie van mannelijkheid, vrouwelijkheid, en bepalend is in populariteitshiërarchieën, vriendschappen, enzovoort. Dit kan inzichtelijk maken hoe al deze factoren op elkaar inwerken, en biedt de mogelijkheid om het debat rond sexting door jongeren zowel kritisch als genuanceerd te kunnen voeren. Wanneer ik tijdens bijeenkomsten over jongeren en seksualiteit vertel over Manon wordt mij vaak gevraagd of zij naar aanleiding van dit voorval is verhuisd of van school is veranderd. Het antwoord is nee: zij zit nog op dezelfde school, zij heeft nog dezelfde vriendinnen, en is nog steeds populair. Sexting kan vele verschillende gevolgen hebben: van leuk, spannend, leerzaam, tot vervelend, schadelijk, van vergeten tot onuitwisbaar. En er moet ruimte komen voor al deze verhalen.